artheaderImplantaten


Het probleem:
Tanden en kiezen kunnen verloren gaan door een ongeval, tandbederf en/of ontstekingen van het tandvlees en het omringende steunweefsel. Uiteindelijk kan dit leiden tot volledige tandeloosheid en bent u aangewezen op een kunstgebit. Het kaakbot zal echter langzaam slinken, waardoor er minder steun aanwezig zal zijn en het kunstgebit los gaat zitten.


Wat is een implantaat:
Een implantaat is een kunstwortel, die in het kaakbot geplaatst wordt. Implantaten zijn gemaakt van titanium en zien eruit als “schroefjes”. Titanium wordt door het menselijk lichaam volledig geaccepteerd: d.w.z. dat er geen afweerreactie van het lichaam optreedt. Een implantaat in de kaak als pijler voor tandvervanging komt het dichtst in de buurt van de natuurlijke tandwortel. Het implantaat biedt houvast voor een kroon, brug of overkappingsprothese en voorkomt voor groot deel het slinken van de kaak.
Hoe wordt de behandeling uitgevoerd?
De behandeling bestaat uit een aantal fases. Allereerst zal worden begonnen met het onderzoek en bespreken van het mogelijke behandelplan, in de volgende fase zullen de implantaten operatief worden ingebracht. Indien noodzakelijk zal na het vastgroeien een tweede ingreep volgen om het implantaat “boven het tandvlees”te halen. In de laatste fase wordt de constructie en prothese op de implantaten gemaakt.

De behandeling:
Het onderzoek: Het onderzoek bestaat uit een medisch en tandheelkundig deel. Om te kunnen beoordelen of er voldoende bot aanwezig is, zijn röntgenfoto’s nodig. Röntgenfoto’s spelen een belangrijke rol bij de planning van de ingreep. Op een panorama foto (OPG) kan de implantoloog goed de afstand tot anatomische structuren zoals een belangrijke zenuw in de onderkaak of de kaakbijholte in de bovenkaak, inschatten. In moeilijkere gevallen kunnen er meer opnames worden gemaakt zoals een CBCT-scan, waarbij het zelfs mogelijk is m.b.v. de computer de positie van de implantaten driedimensionaal te plannen. In onze praktijk is een hypermoderne CBCT-scan aanwezig.
Door de mond te onderzoeken kan o.a. een inschatting worden gemaakt van de breedte van de kaakwal, maar ook van bv. de manier waarop de tanden en kiezen op elkaar bijten.
De lichamelijke gezondheid wordt met de patiënt doorgenomen en een behandelvoorstel met de eventuele mogelijkheden wordt besproken.
Aanvraag bij de verzekering: De behandeling moet worden aangevraagd bij de verzekeraar. Pas na machtiging door de zorgverzekeraar vindt de behandeling plaats. De kosten van de behandeling worden geheel vergoed. Er is wel een vaste eigen bijdrage verschuldigd. Het kan het zijn dat deze eigen bijdrage ook geheel of gedeeltelijk wordt vergoed, afhankelijk van uw polisvoorwaarden. 2

De voorbereiding: Dit is een voorbereidende afspraak voorafgaand aan de behandeling. De recepten worden meegegeven, zoals oa: pijnstiller, antibiotica en spoelmiddel. Tevens wordt het toestemmingsformulier ondertekend. Indien u al medicatie heeft raadpleeg dan bij uw eigen apotheek of de recepten in combinatie met uw medicatie genomen kunnen worden.
Als u bloedverdunners gebruikt is het niet noodzakelijk hiermee te stoppen. Als u onder controle staat bij de trombosedienst wordt wel gekeken naar de stollingsfactor en indien nodig overleg gepleegd met de behandelend arts om de medicatie tijdelijk aan te passen.
De implantatie: Het plaatsen van de implantaten is een kleine operatieve ingreep. Implantaten worden onder plaatselijke verdoving in het kaakbot geplaatst. Op tandvlees wordt, indien gewenst, een zalf of spray gebruikt om de injectiepijn te verminderen. Op de plaats waar 1 of meerdere implantaten moeten komen wordt een snede in het tandvlees gemaakt, deze wordt vervolgens opzij geschoven waarna het kaakbot zichtbaar wordt. Vervolgens wordt een gaatje in het kaakbot geboord. De 1ste boor, die gebruikt wordt is smal, de volgende boor is echter iets breder, dit wordt herhaald totdat het boorgat breed genoeg is om het implantaat erin te draaien. De boren worden gekoeld met infuusvloeistof wat een beetje zout smaakt. Het tandvlees wordt met behulp van hechtingen weer gesloten.

Twee manieren van inbrengen:
  1. fase implantaten: Na het plaatsen van het implantaat wordt er een knopje op het implantaat geschroefd. Deze steekt na het hechten boven het tandvlees uit. Bij een 1-fase inheling hoeft het tandvlees niet nogmaals opengemaakt te worden en kan na de inhelingsfase direct een afdruk genomen worden.
  2. fase implantaten: Na het plaatsen van het implantaat wordt er een afdekschroefje op het implantaat geschroefd die na het hechten onder het tandvlees zit. Bij een 2-fase inheling wordt na het maken van een klein sneetje het implantaat opgezocht en daarop een knopje (healing abutment) geschroefd dt boven het tandvlees uitsteekt. De tweede operatie is vaak een kleine ingreep, welke weinig nabezwaren geeft.
  3. In 95% van alle gevallen is een 1-fase behandeling mogelijk. Het kan tijdens de ingreep blijken dat het toch nodig is een 2-fase behandeling te doen. 

Na het implanteren: In het algemeen is de napijn minimaal en met pijnstillers goed te onderdrukken. Indien er een zwelling optreedt kan dit door te koelen beperkt worden. We adviseren u de dag van het implanteren rustig aan te doen en geen afspraken te maken.
Uw kunstgebit wordt na 14 dagen aangepast met een siliconen laag. We adviseren om de 1ste 2 weken de prothese uit te laten. Het is belangrijk om de implantaten goed te laten “rusten”, ivm het vastgroeien, niet te belasten. Het is daarom ook aan te raden om in die periode zacht voedsel te eten.
De eerste 3 weken mag u op de plaatst van de wondjes niet poetsen, 1 week spoelen met het voorgeschreven spoelmiddel, 3 dagen spoelen na hechtingen verwijderen. (kunstgebit poetsen met water en zeep, de siliconenlaag wordt hard op als deze in contact komt met menthol, zoals pepermunt, kauwgom, tandenpasta.)
Hechtingen verwijderen: 2 weken na het implanteren worden de hechtingen verwijderd, implantaten stabiliteit en de genezing van de wond gecontroleerd. 3 dagen na hechtingen verwijderen mag u, bij de 1-fase implantaten, de knopjes met een zachte tandenborstel en perio-aid gel poetsen. Uw kunstgebit mag u weer gaan dragen, maar ’s nachts dient deze uitgenomen te worden, om te voorkomen dat u op het implantaat “bijt”.

De ingroeifase: Na het inbrengen van het implantaat volgt een fase van ongeveer 2 tot 6 maanden waarin het implantaat stevig wordt verankerd in het bot. De tijdsduur is afhankelijk van een aantal factoren zoals hoeveelheid en kwaliteit van het bot. Tijdens deze afspraak bekijken we het tandvlees en stabiliteit van het implantaat. Bij deze afspraak wordt met u het vervolg van de behandeling besproken, het vervaardigen van kunstgebit.

De nazorg: 2 maanden nadat de constructie en prothese is geplaatst wordt er een controle gedaan en een röntgenfoto gemaakt. Dit is het laatste stapje van de gehele behandeling. Er kan dan worden vastgesteld tot hoe ver de implantaten in het bot vastzitten en dit wordt in de jaren die volgen als uitgangspunt gebruikt bij verdere controles. Een goede mondhygiëne is van het allergrootste belang voor het behoud van de implantaten. Bij het plaatsen van de prothese krijgt u instructie voor het schoonhouden van de implantaatconstructie.
6 maanden na het plaatsen van de prothese volgt weer een controle bij de mondhygiëniste. Een half jaar hierna bij uw tandprotheticus. Er wordt na 1 jaar weer een röntgenfoto gemaakt die vergeleken wordt met die van het jaar daarvoor. Indien de situatie stabiel is worden de controles afgestemd op de persoonlijke omstandigheden en algehele gezondheid.

De kosten: Het plaatsen van de implantaten, de constructie en prothese, inclusief 2 maanden nazorg en een laatste controle met röntgenfoto vallen binnen de machtiging. De controles en röntgenfoto’s daarna niet. Indien u een aanvullende verzekering heeft worden die kosten wel geheel of gedeeltelijk vergoed, afhankelijk van uw polisvoorwaarden.